Voortijdig schoolverlaten (VSV)
Jongeren die zonder diploma van school gaan, hebben minder kansen om zelf in hun onderhoud te voorzien. Daarom heeft de Rijksoverheid als doelstelling dat zoveel mogelijk jongeren een startkwalificatie halen. Een startkwalificatie is een mbo-2, havo- of vwo-diploma.
Een jongere die zonder startkwalificatie van school gaat, noemen we een voortijdig schoolverlater (vsv'er). In 2019 is een wet ingegaan waarmee scholen en gemeenten verplicht worden om samen te werken om voortijdige schooluitval tegen te gaan.
Voor het voortgezet onderwijs zagen de landelijke vsv-cijfers er de afgelopen jaren als volgt uit:
Grafiek: Vsv-cijfers voor het vo
De cijfers voor 2022-2023 zijn voorlopige cijfers. Deze vallen hoger uit dan de cijfers over de voorgaande jaren.
Met ingang van schooljaar 2021-2022 worden de vsv-cijfers bijgehouden op de website Dashboards vsv en jikp (rijkscloud.nl). Wanneer het aantal vsv'ers op een school lager is dan vijf, zijn de percentages op nul gezet.
Ten opzichte van het landelijk gemiddelde scoren de meeste scholen binnen de vereniging goed. Bij 20 scholen is het aantal vsv'ers ten opzichte van schooljaar 2021-2022 afgenomen of gelijk gebleven. 25 scholen zitten voor schooljaar 2022-2023 onder het landelijke percentage. In onderstaande tabel zijn de vsv-percentages per school te zien evenals de landelijke percentages. Het wel of niet hebben van een voorziening voor onderwijs aan nieuwkomers kan de vsv-cijfers negatief beïnvloeden.